We weven wetenschap van feiten
en concepten, ons doek te klein
om daar het eindeloze zijn mee te beslaan.
We weten wel hoe snel de appel
valt maar niet waarom; de bron
van kracht te ver van hier om te verstaan.
We meten zelfs het vuur van verre
sterren, en toch blijft buiten zicht
het ogenblik dat daar het licht werd aangedaan.
We nemen graag de anderen
de maat, de schaamte al vergeten
dat wij de vrucht hebben gegeten en moesten gaan.
We menen ‘Het Waarom’ te vangen
maar vragen het de echo niet,
zijn blind voor wat het oog niet ziet, voor waar wij staan.